In dit blok maak je je eigen digitale Moodboard met 10 voor jou belangrijke foto’s ondersteund door 1 muziekclip die bij jou past. Je presenteert dit Moodboard aan de anderen.
a. In een brainstorm zoek jij naar 5 activiteiten die jij in het verleden met veel plezier en
voldoening hebt gedaan.
b. Jij schrijft de 5 activiteiten uit in korte actieverhalen die jij in het verleden met veel
plezier hebt gedaan en waar jij nu nog steeds met voldoening op terugkijkt.
c. In koppels van twee interviewen jullie elkaar (ondersteund door de MotivatieKompascoach) over
ieders beschreven actieverhalen.
Dit interview is belangrijk omdat er op die manier ook andere informatie naar boven komt die jij
zelf niet zo snel zou bedenken, maar die zeer bepalend kan zijn voor jouw motivatie.
Jij gaat samen met de MotivatieKompascoach de rode draad uit de actieverhalen inventariseren: jouw
MotivatieKompas.
Dat gebeurt aan de hand van een inventarisatielijst.
In het MotivatieKompas staan jouw motiverende onderwerpen, jouw motiverende omstandigheden, jouw
motiverende vaardigheden, jouw motiverende werkverhouding en jouw centrale drijfveer.
Vanuit de opbrengst van jouw MotivatieKompas maak jij een PowerPointpresentatie waarin jij met jouw eigen woorden jouw MotivatieKompas presenteert mede aan de hand van voorbeelden uit jouw 5 activiteiten.
Je presenteert in een feestelijke sfeer jouw Powerpoint presentatie met jouw MotivatieKompas aan de andere jongeren.
Met jou wordt een individueel eindgesprek gevoerd om jouw MotivatieKompas samen nog even goed door
te nemen.
Bij dit gesprek kunnen uiteraard ook jouw mentor, jouw leermeester, jouw ouders en/of andere mensen
die belangrijk voor jou zijn, worden uitgenodigd.
Je krijgt na afloop een Certificaat waarop de uitkomst van het MotivatieKompas staat beschreven. Jij
kunt dit document fysiek en digitaal (samen met jouw Moodboard en PowerPointpresentatie) als
portfolio meenemen in jouw verdere (studie)loopbaan.
In totaal met 4 coaches gingen we in Laren aan de slag met een groep van 12 jongeren zodat we - dankzij
een extra subsidie - individueel veel aandacht konden geven aan de leerlingen in groepjes van 3. Dat
bleek ook nodig want de leerlingen vonden het in het begin heel moeilijk om eigen activiteiten die ze in
het verleden met veel voldoening volbracht hadden boven tafel te krijgen en goed te beschrijven.
Leerlingen werden gestimuleerd om door minder leuke herinneringen ‘heen te breken’ op zoek naar trotse
en voldoening gevende activiteiten uit het verleden.
Juist die extra tijd om als coach rustig een persoonlijke vertrouwensband op te bouwen met de
leerlingen betaalde zich uit; de leerlingen voelden zich serieus genomen en begonnen het
MotivatieKompas traject steeds leuker te vinden.
Wat opviel in deze groep was de wijze waarop de
leerlingen zich kwetsbaar durfden op te stellen naar elkaar toe ondanks de grote
leeftijdsverschillen (tussen 12 en 17 jaar), ondanks de verschillende culturele achtergronden en de
landen van herkomst: Afghanistan, Hongarije, Syrië, Brazilië, Senegal, Polen.
We kwamen op 5 woensdagochtenden steeds van 9 tot 12 uur in de klas en de leerlingen zaten meestal
al gemotiveerd klaar en consequent kregen we van iedere leerling een hand bij binnenkomst. De
coaches gingen achteraf vaak samen nog een kopje koffie drinken in het centrum van het chique Laren
en wisselden ervaringen uit over het werken met deze
bijzondere doelgroep.
Vaak emotionele ervaringen vanwege de diepgang van de gesprekken met de leerlingen of vanwege hun
kwetsbaarheid gecombineerd met hun enthousiasme. Per week wisselden we ook de stapjes voorwaarts uit
met elkaar. Van de coördinatrice kregen we terug dat zij zag hoe sommige leerlingen dankzij het
MotivatieKompas traject opleefden.
In de vijf sessies hebben alle leerlingen hun analyse afgerond het was heel mooi te zien dat juist
deze leerlingen met een Nederlandse taalachterstand heel precies wilden weten wat er in de analyse
met de motivatie-begrippen bedoeld werd; ze zochten de moeilijke woorden op via Google transfer en
hielpen elkaar in hun moedertaal om het begrip elkaar nog scherper toe te lichten. Dit maakte hun
analyse gekoppeld aan hun activiteiten nog relevanter en betrouwbaarder dan wat wij in deze
leeftijdsgroep op andere scholen tegenkomen.
Voor de laatste woensdagochtendsessie hadden we de leerlingen die dat wilden (10 van de 12) gevraagd
om voor de klas een korte pitch van de uitslag van hun MotivatieKompas te geven. Ze mochten
voorwerpen uit hun activiteiten, ondersteunende muziek of beelden van de activiteiten van huis
meenemen.
Schitterend maar vooral ook ontroerend waren de pitches waar een Syrische leerling een voetbalbeker
van de plaatselijke Eemnes voetbalclub uit zijn schooltas haalde die hij vorig jaar had gewonnen als
meest waardevolle speler van het team.
Of de pitch van een Syrisch meisje die in het Arabisch voorlas uit haar eigen geschreven verhaal. De
klas was uit puur respect doodstil ook al verstonden veel leerlingen en de coaches (en de
coördinatrice van de school die ook was aangeschoven ondanks haar drukke werkzaamheden) geen woord
Arabisch.
Een stoere Braziliaanse leerling liet ons mooie lyrische Portugese muziek horen waar hij de hele dag
zo graag naar luistert om zich vrij te voelen. En een Syrische leerling die trots vertelde dat hij
vanaf het begin van het MotivatieKompas-traject allerlei woorden en ervaringen over zichzelf direct
toepaste in zijn bijbaan, in zijn familie en bij zijn vrienden.
Wat mij persoonlijk heel erg raakte was de pitch waar een Afghaanse leerlinge heel krachtig vertelde
dat ze van nature onafhankelijk van anderen haar leven inricht. Ze had mij drie weken daarvoor
verteld zo intens te genieten van de klas en met name van haar Senegalese dikke vriendin met wie ze
in de klas en pauzes in het Nederlands haar grapjes en ervaringen uitwisselt terwijl ze thuis nooit
de deur uit komt/mag; en dan toch die ontdekking en uitspraak dat ze onafhankelijk van anderen haar
leven inricht.
De coaches sloten de laatste pitchsessie af door de leerlingen te bedanken voor hun
onvoorwaardelijke inzet en kwetsbaarheid naar ons en naar elkaar toe. Toen nam de coördinatrice
plotseling heel emotioneel het woord. Ze zei “zo trots, zo trots” (ze herhaalde deze woorden wel
vijf keer) te zijn op deze klas en met name op twee leerlingen die aan het begin van het schooljaar
een grote fysieke aanvaring hadden waardoor er bijna een van de jongens van school moest worden
gestuurd. Dat juist die jongens en die klas zo saamhorig en zo kwetsbaar hun pitches presenteerden
aan elkaar raakte haar enorm. De twee jongens zijn nu overigens goede vrienden.
Wat een mooi avontuur voor ons om te ervaren dat het MotivatieKompas daadwerkelijk een universeel
instrument is.
Alle docenten van de ISK zijn inmiddels opgeleid en hebben het MotivatieKompas structureel ingebed
in hun curriculum.
In Slot Zeist vond eind 2017 op initiatief van Anton Philips en mij een inspirerende bijeenkomst plaats.
Tien vertegenwoordigers uit het onderwijs, de wetenschap en het bedrijfsleven hebben zich de vraag
gesteld “Hoe kunnen we gezamenlijk een bedrage leveren aan de ontwikkeling en de keuzeprocessen van
leerlingen en studenten door het bevorderen van hun intrinsieke motivatie bewustzijn?”
Ervaring en ook onderzoek wijzen namelijk uit dat het maken van gefundeerde keuzes op basis van
intrinsieke motivatie een sleutelfactor is voor het ontwikkelen van de talenten van de leerling en een
succesvolle school-, studie- en arbeidsloopbaan.
Een gefundeerde keuze is hard nodig omdat de studie uitval een nationaal erkend probleem is. De vorige
Minister van Onderwijs heeft nieuw beleid aangekondigd rondom loopbaanoriëntatie en studiekeuze – de
studiekeuze check – maar dit heeft er tot nu toe niet toe geleid om het percentage studenten dat van
studierichting verandert of helemaal uitvalt, te reduceren. Er is meer nodig om de juiste talenten op de
juiste plek te krijgen.
De uitkomst van de Slot Zeist bijeenkomst was het “Consensus document Intrinsieke Motivatie” en is door
de deelnemers ondertekend. In dit consensus document worden bouwstenen en actiepunten geformuleerd om
intrinsieke motivatie centraal te stellen bij het optimaal kunnen kiezen van de juiste beroepsrichting
en de meest relevante opleiding.
De ondertekenaars zetten zich in – samen, maar ook ieder in zijn of haar eigen organisatie of
invloedsfeer – om de intrinsieke motivatie van leerlingen, studenten en medewerkers als uitgangspunt te
nemen bij de ontwikkeling en bij het gebruik van hun talenten, bij het kiezen van hun opleidingsloopbaan
en het aanbieden van onderwijs.
Wij, vertegenwoordigers vanuit het onderwijs, de wetenschap en het bedrijfsleven, hebben ons de
vraag gesteld “Waarmee kunnen wij gezamenlijk een bijdrage leveren aan de hoogst noodzakelijke
bezinning op de kwestie die voorafgaat aan het doel van elk onderwijsbeleid en die bijdraagt aan
het succes van alle leerlingen en studenten: het serieus nemen en het bevorderen van hun
intrinsieke motivatie?” Die bezinning vindt niet alleen plaats in de onderwijsinstellingen, maar
ook in de wetenschap en (actueel) in de politiek, er komen zelfs landelijke normen voor. Immers,
uitval is een groot probleem: de maatschappelijke kosten zijn hoog, voor de instellingen die
erop worden aangekeken, en – het belangrijkste – voor de leerlingen en studenten zelf. Voor veel
jonge mensen aan de vooravond van hun loopbaan, is het gevoel verloren te raken, zelfs te falen,
diep ingrijpend. Want niet wat je niét kunt, geeft energie, maar wat je wél kunt: daarin worden
talenten aangesproken en passie beleefd.
‘t Goede nieuws is dat we de individuele intrinsieke motivatie van ieder mens in kaart kunnen
brengen. Het resultaat is zo concreet dat je het kunt gebruiken als basis voor
talentontwikkeling en voor succesvolle keuzes van studie, beroep en loopbaan, in arbeid en vrije
tijd. Motivatie is daarin ook geen statisch gegeven: opvoeding, het onderwijs en adequate
begeleiding kunnen helpen die te ontwikkelen en de persoon te laten vormen die uiteindelijk zelf
de regie over zijn of haar eigen leven voert.
“De jongere/leerling/student staat centraal” is een veel geciteerde stelling. Hoe dat vorm wordt
gegeven is afhankelijk van ouders en docenten. Ouders zijn al vroeg verantwoordelijk voor de
begeleiding van hun kind in het ontdekken en ontwikkelen van motivatie. De rol van docenten
blijkt van grote invloed, en ook oudere medeleerlingen en -studenten kunnen coachen.
Beroepsbeoefenaren kunnen helpen om leerlingen/studenten voor te bereiden op een meer dan
onzekere toekomst waarin motivatie richting en zekerheid biedt.
School kan veel betekenen, ook buiten de gebruikelijke tijden en aanpak. Niemand van ons hoeft
erg ver te kijken om leerlingen te zien waar het mis is gegaan. Die te vroeg hebben moeten
kiezen zonder kans op herstel. Die hun school als een gevangenis hebben ervaren. Die als een
nummer werden behandeld. Daarom is een goed, tijdig zicht op wat de jongere/ leerling/student
drijft, wat hun nieuwsgierigheid prikkelt, van levensbelang.
Hoe natuurlijk ook, dit gaat niet vanzelf. Elke docent wil voor iedere leerling het beste.
‘Alles mag je hier worden. Behalve ongelukkig. Beloofd?’
Maar wat intuïtief ‘leuk’ lijkt hoeft niet te leiden tot juiste keuzes. Wanneer je je bewust
bent wat je innerlijk motiveert, door reflectie op ervaringen en toetsen van voorkeuren, kun je
gerichte keuzes maken. Het halen van een diploma is belangrijk.
Je hart leggen in de opleiding van je keuze brengt je verder vooruit. Hiervoor is meer nodig dan
onderwijzen van vakken. Het gaat om het begeleiden bij het ontdekken, ontwikkelen en benutten
van kwaliteiten en motivatie. Intrinsieke motivatie kan dan de leidraad zijn in de hele
onderwijskolom.
Veel onderwijsbeleid begint aan de achterkant van het traject: doelen en diploma’s, met
dienovereenkomstige eisen aan kwaliteit. Gezien vanuit de persoon van de leerling en de student
dient de focus verlegd naar zijn/ haar kansen en mogelijkheden en verwachtingen in de wereld om
hem/ haar heen, als scholing voor het leven.
Gelukkig zien we die aandacht in het beleid wel verschuiven. (On-)gelijke kansen en het belang
van loopbaanoriëntatie en –begeleiding staan volop in de belangstelling, en terecht!
Dit laat zien dat de vormende kant van onderwijs en de afstemming op de leerling/student zelf,
meer dan alleen diens bijdrage aan het onderwijs als product, weer een item is.
Er wordt zelfs al gewerkt aan eisen aan de landelijke normen voor loopbaanbegeleiding,
studievoorlichting en studiekeuze-activiteiten. Wij bepleiten de basis hiervoor te leggen in de
integratie van intrinsieke motivatie door de hele school- en studieloopbaan heen, en daarvoor
ruimte te scheppen, experimenteel en structureel.
Om te zorgen dat intrinsieke motivatie een daadwerkelijke parameter voor goede kwaliteit van
onderwijs wordt moet kennis van de intrinsieke motivatie van alle leerlingen en studenten worden
gestimuleerd.
De daarvoor noodzakelijke expertise is voorhanden maar kan en moet beter en breder ontsloten
worden. Veel leerlingen en studenten blijken nu al beter af te zijn bij instellingen die vanuit
die visie en ervaring werken. Daarin zien we onderwijs als werkplaats voor de toekomst,
oefenplaats voor samenleven.
Met intrinsieke motivatie bedoelen we de combinatie van drijfveren, interesses en talenten. De
term intrinsieke motivatie an sich zal niet direct begrepen worden door leerlingen, studenten of
werkenden.
Maar bij alle aandacht voor prestatie, productie, rendement, is intrinsieke motivatie de
bepalende onderliggende factor.
1. Ieder mens beschikt over intrinsieke motivatie.
2. De meeste leerlingen en volwassenen zijn zich niet bewust van hun eigen specifieke intrinsieke
motivatie.
3. Ieder mens vindt voldoening in het handelen naar zijn centrale motieven/drijfveren.
4. Het zoeken en vinden, exploreren en exploiteren van motivatie veronderstelt relatie.
5. Jongeren, leerlingen, studenten en werkenden ontwikkelen zich optimaal indien zij kunnen leren
over de onderwerpen die hen echt boeien, onder hen motiverende omstandigheden.
6. Leerlingen/studenten leren van docenten wier pedagogisch- didactische stijl aansluit bij hun
intrinsieke motivatie, met ‘n beroep op onafhankelijkheid en zelfstandigheid.
7. Wat voor jongeren, leerlingen, studenten en werkenden geldt, geldt mutatis mutandis ook voor
medeleerlingen, medestudenten, collega’s, medewerkers en leidinggevenden.
8. In onderwijs, studie als ook de werksituatie is het derhalve van belang dat leerlingen, studenten
en werkenden in staat gesteld worden hun intrinsieke motivatie te vinden.
9. Kennis, gebruik en de inzet van intrinsieke motivatie zijn van vitaal belang voor goed
onderwijs.
Anton Philips
Voorzitter bestuur – Stichting Emergo
Initiatiefnemer Consensus Groep
Ernest van Hezik
Mede-oprichter– Stichting MotivatieMatch en EJJ Consultancy
Initiatiefnemer Consensus Groep
Corine Korrel
Oprichter – VMBO On Stage
Marc Mittelmeijer
Voorzitter van het College van Bestuur van stichting PCOU/Willibrord
Marinka Kuijpers
Hoogleraar – Open Universiteit
Directeur – Loopbaangroep
Melek Usta
Initiator en drijvende kracht – Peer2Peer education
Nienke Meijer
Voorzitter College van Bestuur – Fontys Hogescholen
Peter Huwae
Decanaat, HAVO/VWO – NVS-NVL
Tijl Koenderink
Directeur, trainer, opleider – Novilo Talentbegeleiding